toenaderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toenaderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • toe·na·de·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

toenaderen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toenaderen
naderde toe
toegenaderd
zwak -d volledig
  1. pogen om het met elkaar eens te worden
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord toenaderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.