toepaja

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toepaja    (hulp, bestand)
  • IPA: /tuˈpaja/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • toe·pa·ja
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toepaja toepaja's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detoepajam

  1. (dierkunde) benaming voor zoogdieren uit de orde Scandentia , die in tropische bossen leven en insecten eten
     De Duitse onderzoekers benadrukken dat de toepaja zo interessant is omdat het dier verwant is aan de primaten.[1]
Synoniemen
  • boomspitsmuis
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord toepaja staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Hester van Santen
    “Vederstaarttoepaja is elke dag dronken” (31 juli 2008) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.