toetakelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toetakelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • toe·ta·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toetakelen
takelde toe
toegetakeld
zwak -d volledig

Werkwoord

toetakelen

  1. overgankelijk iemand zo mishandelen dat hij of zij zichtbaar lichamelijk letsel heeft
    • Hij werd lelijk toegetakeld. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord toetakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.