toewerpen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toewerpen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • toe·wer·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toewerpen
wierp toe
toegeworpen
klasse 3 volledig

Werkwoord

toewerpen

  1. ditransitief iets in iemands richting gooien
    • Hij kreeg van zijn rivaal de handschoen toegeworpen. 
  2. (figuurlijk) een blik toewerpen: indringend naar iemand kijken
     Het was zo'n onschuldige opmerking dat van iedereen in de kamer alleen Oscar en Ingeborg onraad vermoedden en elkaar snel een waarschuwende blik toewierpen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord toewerpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.