topica
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: topica (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtopika / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- to·pi·ca
Woordherkomst en -opbouw
- v: via Latijn topica van Oudgrieks τοπικά (topiká) "gemeenplaatsen" [1] [2]
- mv: via Latijn topica van Oudgrieks τοπικά (topiká) "plaatselijke zaken" [3]
v | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | topica | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de topica v
- geen meervoud leer van het opzetten van een redevoering of verhandeling,
Synoniemen
- topiek
mv | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | - | topica |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de topica mv
Gangbaarheid
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.