tra
Niet te verwarren met: TrA |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tra (hulp, bestand)
- IPA: / tra / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- tra
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘brandgang in bos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tra | tra's |
verkleinwoord | traatje | traatjes |
Zelfstandig naamwoord
de tra v / m
- een weg of opengehouden strook in een bos om bij brand, de verspreiding van ondergronds smeulend vuur te verhinderen/beperken
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord tra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tra" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "tra" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Surinaams
Bijvoeglijk naamwoord
tra
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.