trake
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / traˈkeː /
Woordafbreking
- tra·ke
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van Laat-Latijn: trachia zn ← Oudgrieks: 'trakheia' ("luchtpijp", "trachea", eigenlijk "grove, ruwe ader")
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | trake | trakeen | trakeer | trakeene |
genitief | trakes | trakeens | trakeers | trakeenes |
Zelfstandig naamwoord
trake, m
- (plantkunde) een vat in een plant, een watergeleidende plantencel
- (zoötomie) een buisvormig ademhalingsorgaan in een insect (geleedpotigen)
Schrijfwijzen
- traké zn
Anagrammen
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / traˈkeː /
Woordafbreking
- tra·ke
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van Laat-Latijn: trachia zn ← Oudgrieks: 'trakheia' ("luchtpijp", "trachea", eigenlijk "grove, ruwe ader")
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | trake | trakeen | trakear | trakeane |
Zelfstandig naamwoord
trake, m
- (plantkunde) een vat in een plant, een watergeleidende plantencel
- (zoötomie) een buisvormig ademhalingsorgaan in een insect (geleedpotigen)
Schrijfwijzen
- traké zn
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.