traktaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  traktaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /trɑk'tat/
Woordafbreking
  • trak·taat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verhandeling, verdrag’ voor het eerst aangetroffen in 1437 [1]
  • Naamwoord van handeling van trakteren met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord traktaat traktaten
verkleinwoord traktaatje traktaatjes

Zelfstandig naamwoord

hettraktaato

  1. een overeenkomst tussen staten of andere politieke machten
    • Er werd een traktaat samengesteld door de staten. 
  2. een verhandeling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord traktaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.