translatief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  translatief    (hulp, bestand)
  • IPA: /trɑns.la.ˈtif/, /ˈtrɑns.la.tif/
Woordafbreking
  • trans·la·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen translatief
verbogen translatieve

Bijvoeglijk naamwoord

translatief

  1. (juridisch) door overdracht gebeurend
    • De koop is een translatieve overeenkomst, vermits zij resulteert in de overdracht van een vermogensrecht. 
  2. overbrengend
    • Er zijn zelfs drukkerijen die vandaag de dag nog steeds zelfklevende etiketten drukken met deze bijzondere translatieve druktechniek. 
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord translatief translatieven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

translatief

  1. (taalkunde) naamval die een verandering aanduidt
    • Translatieven komen voor in talen zoals Fins of Hongaars. 

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'translatief' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.