trapachtigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trapachtigen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • trap·ach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
  •  trapachtige zn  met de uitgang -n
enkelvoud meervoud
naamwoord trapachtigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detrapachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trapachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) een orde Otidiformes  met één familie van vogels, de trappen (Otididae )
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • [2] zie de categorie: Trapachtigen in het Nederlands
  • [2] trappen

Gangbaarheid

  • Het woord 'trapachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.