travers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: travers (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tra·vers
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | travers | traversen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de travers v
- dwarsbalk, dwarsstraat, dwarsovergang, oversteek
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord travers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "travers" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.