tripsen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tripsen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtrɪpsə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • trip·sen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

detripsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trips
     Deze palmvaren Macrozamia lucida is een tweehuizige plant die voor zijn bevruchting geheel afhankelijk is van de tripsen.[1]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) orde Thysanoptera 
     De borstelige structuur van paardenbloempluis is ook terug te vinden op de vleugels van kleine, lichte insecten zoals tripsen (donderbeestjes), schrijven de onderzoekers.[2]
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • [2] zie de categorie: Tripsen in het Nederlands

Gangbaarheid

  • Het woord tripsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Sander Voormolen
    “Plant stuurt tripsen heen en weer tussen verscholen bloemen” (6 oktober 2007) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Dorine Schenk
    “Deze pluisjes weten wat wervelen is” (17 oktober 2018) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.