trotte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trotte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trot·te
Woordherkomst en -opbouw
  • trot met de uitgang -e

Werkwoord

vervoeging van
trotten

trotte

  1. enkelvoud verleden tijd van trotten
    • Ik trotte. 
    • Jij trotte. 
    • Hij, zij, het trotte. 
  2. aanvoegende wijs van trotten

Gangbaarheid

  • Het woord trotte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

trotte v

  1. (spreektaal) eind lopen, flinke wandeling [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.