trouwerij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trouwerij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trou·we·rij
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van trouwen met het achtervoegsel -erij
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwerij trouwerijen
verkleinwoord trouwerijtje trouwerijtjes

Zelfstandig naamwoord

detrouwerijv

  1. feest rond het aangaan van een huwelijk
    • We zijn gisteren naar een trouwerij geweest. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord trouwerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.