tuiste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tuiste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tuis·te

Werkwoord

vervoeging van
tuisen

tuiste

  1. enkelvoud verleden tijd van tuisen
    • Ik tuiste. 
    • Jij tuiste. 
    • Hij, zij, het tuiste. 

Gangbaarheid

  • Het woord tuiste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Afrikaans

Zelfstandig naamwoord

tuiste

  1. tehuis,  thuis zn 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.