tuisen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tuisen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tui·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Duits [1]

Werkwoord

tuisen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tuisen
tuiste
getuist
zwak -t volledig
  1. gokken, dobbelen, kwanselen
  2. te veel alcohol drinken
  3. ruilen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord tuisen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
9 %van de Nederlanders;
7 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.