tumba

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tumba    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tum·ba
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Antiliaans - Nederlands
enkelvoud meervoud
naamwoord tumba tumba's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detumbav/m

  1. (muziek) (dans) muziek- en dansgenre uit de Antillen dat vooral tijdens het carnaval populair is
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord tumba staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Oudnoords

Woordafbreking
  • tum·ba
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tumba
tumbar
tumbaði
tumbat
Klasse 1 zwak volledig

Werkwoord

tumba

  1. omvallen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /'tum.ba/
Woordafbreking
  • tum·ba
enkelvoud meervoud
tumba tumbas

Zelfstandig naamwoord

tumba v

  1. graf, graftombe
Synoniemen

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    tumbar

    tumba

    1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tumbar
    2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tumbar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.