tweehonderdenzeventig

Nederlands

0270
tweehonderdenzeventig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  tweehonderdenzeventig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌtwehɔndərtɛnˈsevə(n)təx/ (7 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderdennegentig': /ˌtwehɔndərtɛnˈzøvəntəx/
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·en·ze·ven·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tweehonderdenzeventig

  1. "270", langere vorm van tweehonderdzeventig, tweehonderd plus zeventig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft tweehonderdenzeventig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenzeventig. 
Synoniemen
  • tweehonderdzeventig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenzeventig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • tweehonderdenzeventigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenzeventig" ht als linkerdeel

  • tweehonderdenzeventigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'tweehonderdenzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.