tweesnijdend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tweesnijdend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • twee·snij·dend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen tweesnijdend
verbogen tweesnijdende
partitief tweesnijdends

Bijvoeglijk naamwoord

tweesnijdend [1]

  1. aan weerskanten snijdend
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord tweesnijdend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.