uithangen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uithangen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈœythɑŋə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • uit·han·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uithangen
hing uit
uitgehangen
klasse 7 volledig

Werkwoord

uithangen

  1. overgankelijk iets ruim ophangen
    • We moesten de was uithangen om deze te laten drogen. 
     Nog voordat ik mijn pakken en overhemden ging uithangen in de kleerkast in de achterkamer, voerde ik het ritueel uit waarmee ik het bureau als mijn territorium markeerde.[3]
  2. (figuurlijk) ergens verblijven
Afgeleide begrippen
  • uithangbord, uithanger, uithanging, uithangkast, uithangteken
Uitdrukkingen en gezegden

Gangbaarheid

  • Het woord uithangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.