uithollen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uithollen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·hol·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uithollen
holde uit
uitgehold
zwak -d volledig

Werkwoord

uithollen

  1. het binnenste weghalen
  2. (figuurlijk) het wezenlijke wegnemen van
    • De strategie van radicaal-rechts in Brussel – de EU „van binnenuit uithollen”, zoals PVV-leider Wilders die omschreef – spoort dus deels met die van Moskou. [1] 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uithollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.