uitlekken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitlekken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·lek·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitlekken
lekte uit
uitgelekt
zwak -t volledig

Werkwoord

uitlekken

  1. ergatief druppelsgewijs uit iets vallen
    • Ik heb het filter nog even laten uitlekken. 
  2. ergatief overdrachtelijk: van informatie ongewenst openlijk bekend raken
    • De jongste details die daarover uitgelekt zijn deden veel stof opwaaien. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitlekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.