uitpersen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitpersen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·per·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitpersen
perste uit
uitgeperst
zwak -t volledig

Werkwoord

uitpersen [1]

  1. overgankelijk door persen geheel van vocht ontdoen
  2. overgankelijk uitbuiten, afpersen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • uitpersing
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitpersen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.