uitpluizen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitpluizen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·plui·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitpluizen
ploos uit
uitgeplozen
klasse 2 volledig

Werkwoord

uitpluizen [2]

  1. overgankelijk iets dat niet duidelijk is tot in detail uitzoeken
    • Ik ploos uit hoe de som in elkaar zat. 
Afgeleide begrippen
  • uitpluizer, uitpluizing, uitpluizerij

Gangbaarheid

  • Het woord uitpluizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.