uitvangen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitvangen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈœytfɑŋə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • uit·van·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

uitvangen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitvangen
ving uit
uitgevangen
klasse 7 volledig
  1. leegvangen
  2. bedrijven
  3. (sport) bij honkbal en softbal door het vangen van de bal de slagman beletten verder te kunnen spelen

Gangbaarheid

  • Het woord uitvangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.