uitvouwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitvouwen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·vou·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitvouwen
vouwde uit
uitgevouwen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

uitvouwen [1] [2]

  1. overgankelijk openvouwen
    • Een pil die in de maag uitvouwt als een paraplu geeft een week medicijnen af. Voor medicatietrouw van veelslikkers is het ideaal.[3] 
     Op picknicktafels werden grote landkaarten uitgevouwen en mogelijke nieuwe routes verkend.[4]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitvouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Sander Voormolen 10 januari 2018 Alle medicijnen in één pil
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.