uitzingen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitzingen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·zin·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitzingen
zong uit
uitgezongen
klasse 3 volledig

Werkwoord

uitzingen [1]

  1. overgankelijk (figuurlijk) volhouden
  2. overgankelijk tot het einde doorzingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitzingen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.