unaniem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  unaniem    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʏnɑˈnim/
Woordafbreking
  • una·niem
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eenstemmig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1553 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen unaniemunaniemerunaniemst
verbogen unaniemeunaniemereunaniemste
partitief unaniemsunaniemers-

Bijvoeglijk naamwoord

unaniem

  1. met eenheid van stemmen
    • De leiders van de 27 overblijvende EU-lidstaten hebben zaterdag een unaniem akkoord bereikt over richtlijnen voor de onderhandelingen over de Britse uittreding uit de Europese Unie. [2] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord unaniem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.