vårløk

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʋoːɾløːk/
Woordafbreking
  • vår·løk
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

vårløk m

  1. (plantkunde), (plantkunde) lente-uitje, stengelui
    «Dryss koriander og vårløk over før servering.»
    Bestrooi met koriander en lente-uitjes voor het opdienen.
Verbuiging
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vårløk     vårløken     vårløker     vårløkene  
genitief   vårløks     vårløkens     vårløkers     vårløkenes  
Synoniemen
Hyperoniemen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʋoːɾløːk/
Woordafbreking
  • vår·løk
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   vårløk     vårløken     vårløkar     vårløkane  

Zelfstandig naamwoord

vårløk m

  1. (plantkunde), (voeding) lente-uitje, stengelui
Schrijfwijzen
  • [1-2]: vårlauk
Synoniemen
Hyperoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.