véhicule
Frans
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
véhicule | le véhicule | véhicules | les véhicules |
Zelfstandig naamwoord
véhicule m
Werkwoord
vervoeging van |
---|
véhiculer |
véhicule
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van véhiculer
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van véhiculer
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van véhiculer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.