vaam

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaam    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vaam
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘lengtemaat’ voor het eerst aangetroffen in 1480 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord vaam vamen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devaamm

  1. de afstand tussen de toppen van de middelvingers bij zijwaarts uitgestrekte armen later vastgesteld op 1,8288 meter (6 Engelse voet)
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
vamen

vaam

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vamen
    • Ik vaam. 
  2. gebiedende wijs van vamen
    • Vaam! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vamen
    • Vaam je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
28 %van de Nederlanders;
17 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.