vakantieplan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vakantieplan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • va·kan·tie·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantieplan vakantieplannen
verkleinwoord vakantieplannetje vakantieplannetjes

Zelfstandig naamwoord

hetvakantieplano

  1. wat je hebt voorgenomen om de gaan doen op vakantie
    • Vader en moeder hadden culturele vakantieplannen waar de pubers helemaal geen zin in hadden. 
    • Door het overlijden van opa moesten alle vakantieplannen worden veranderd. 

Gangbaarheid

  • Het woord vakantieplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.