valer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  valer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvalər/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈva.lər/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈva.lər/
    • (Limburg): /ˈva.lər/
Woordafbreking
  • va·ler

Bijvoeglijk naamwoord

valer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van vaal

Gangbaarheid

  • Het woord valer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
valc valia valgut
2e vervoeging volledig onregelmatig

Werkwoord

valer

  1. waard zijn
  2. nuttig zijn

Noors

Woordafbreking
  • va·ler
Naar frequentie 198579

Zelfstandig naamwoord

valer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van val

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • va·ler

Werkwoord

valer

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
valer
valía
valido
volledig
  1. onovergankelijk kosten, waard zijn
  2. gelden
  3. baten
Synoniemen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.