varsity

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  varsity    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • var·si·ty
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘roeiwedstrijd tussen universiteiten’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord varsity varsity's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devarsitym

  1. wedstrijd tussen de roeiteams van universiteiten

Gangbaarheid

  • Het woord varsity staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
15 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.