varsler

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʋɑʃləɾ /
Woordafbreking
  • vars·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Bij de tweede Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -sel met inversie van 'sel' naar 'sle' en de woorduitgang -r
Naar frequentie 10938
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   varsler     varsleren     varslere     varslerne  
genitief   varslers     varslerens     varsleres     varslernes  

Zelfstandig naamwoord

varsler, m

  1. (zangvogels) klauwier, vogel uit de familie Laniidae 
  2. bron, informant, melder, zegsman
Synoniemen
Hyperoniemen
  • [1]: spurvefugl
Afgeleide begrippen
  • [2]: brannvarsler
  • [2]: røykvarsler

Zelfstandig naamwoord

varsler

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van varsel
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.