varsel

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʋɑʃəl /
Woordafbreking
  • var·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord vare met het achtervoegsel -sel
Naar frequentie 48952
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   varsel     varselet
varslet  
  varsel
varsler  
  varsla
varslene  
genitief   varsels     varselets
varslets  
  varsels
varslers  
  varslas
varslenes  

Zelfstandig naamwoord

varsel, o

  1. aankondiging, bericht, melding, prognose, tijding
  2. voorteken
  3. verwittiging, voorspelling, waarschuwing
    «Nytt varsel om kraftig nedbør på Østlandet»
    Nieuwe voorspelling van zware regenval in Oost-Noorwegen
  4. signaal, teken
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [2]:  varsellampe zn 
  • [2]:  varsellys zn 
  • [2]:  varselsapparat zn 
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: på kort varsel
op korte termijn

Zelfstandig naamwoord

varsel

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van varsel
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.