vastkoeken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vastkoeken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vast·koe·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vastkoeken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vastkoeken
koekte vast
vastgekoekt
zwak -t volledig
  1. vastplakken van iets dat eigenlijk niet de bedoeling is
    • Wat gebeurt hier? In cola zitten veel stoffen die slecht zijn voor je tanden. Sommige stoffen maken je tanden zelfs geel of bruin doordat ze er aan vastkoeken. Het suiker en de kleurstof die cola donker maakt zijn zulke stoffen. Met tandpasta kun je de vieze kleur weer wegpoetsen! [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vastkoeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.