vastpinnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vastpinnen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɑs(t)pɪnə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vast·pin·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vastpinnen
pinde vast
vastgepind
zwak -d volledig

Werkwoord

vastpinnen

  1. overgankelijk met een pen vastzetten
  2. overgankelijk (figuurlijk) binden aan een gebleken opvatting of toezegging

Gangbaarheid

  • Het woord vastpinnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.