vaudeville

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaudeville    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vau·de·vil·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘luchtig toneelstuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1837 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vaudeville vaudevilles
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devaudevillem

  1. luchtig blijspel met veel verwikkelingen en vergissingen

Gangbaarheid

  • Het woord vaudeville staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.