veenschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  veenschap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • veen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veenschap veenschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetveenschapo

  1. landschap met veen
     Lekker de handen uit de mouwen steken op een doordeweekse ochtend: iedereen is welkom om een handje mee te helpen met het natuuronderhoud van het Veenschap in Westerhaar. Startpunt is het Hazepad nabij het vliegveldje. Koffie, thee en gereedschap staat klaar! knnv.nl[2]
  2. organisatie die zich richt op de ontvening van een veenlandschap

Gangbaarheid

  • Het woord veenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Rob Wissink
    “Eropuit! Dit is er in de herfstvakantie allemaal te doen in Twente en de Achterhoek” (08-10-2020), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.