velvet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  velvet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vel·vet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘weefsel’ voor het eerst aangetroffen in 1884 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord velvet velvetten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetvelveto

  1. (textiel) fluweelachtige stof met doorgesneden poolinslagen
Afgeleide begrippen
  • velveteen

Gangbaarheid

  • Het woord velvet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  velvet (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw
  • Van Middelengels velvet/velwet/veluet. Verder te herleiden tot Latijn vellutitus (< villus).
enkelvoud meervoud
velvet velvets

Zelfstandig naamwoord

velvet

  1. (textiel) velvet
  2. (figuurlijk) profijt, voordeel
stellend vergrotend overtreffend
velvetmore velvetmost velvet

Bijvoeglijk naamwoord

velvet

  1. (textiel) gemaakt van velvet
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.