verbreider

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verbreider    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·brei·der
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord verbreider verbreiders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deverbreiderm

  1. iemand die iets verbreid [1]
    • Cyrillus van Saloniki is samen met zijn broer Methodius de verbreider van het christendom onder de Slavische volkeren geweest 
Synoniemen
Verwante begrippen
  • mannelijke vorm van verbreidster

Bijvoeglijk naamwoord

verbreider

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van verbreid

Gangbaarheid

  • Het woord verbreider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.