verdeeldheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verdeeldheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·deeld·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verdeeldheid verdeeldheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deverdeeldheidv

  1. het niet één zijn van een groep, het onenigheid hebben
    • De verdeeldheid in de Republikeinse Partij hoeft niet per definitie voordelig te zijn voor de Democraten. 

Gangbaarheid

  • Het woord verdeeldheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.