verdeler
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verdeler (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·de·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verdeler | verdelers |
verkleinwoord | verdelertje | verdelertjes |
Zelfstandig naamwoord
de verdeler m
- iemand die of iets dat verdeelt
Hyponiemen
- alleenverdeler, laagverdeler, spelverdeler, stroomverdeler, vlamverdeler, warmteverdeler
Afgeleide begrippen
- verdeleras, verdelerhuis, verdelerkap
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord verdeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdeler" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.