verdoemenis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verdoemenis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·doe·me·nis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘eeuwige veroordeling’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • Naamwoord van handeling van verdoemen met het achtervoegsel -enis [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord verdoemenis
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deverdoemenisv

  1. de plaats waar de duivel woont
    • De priesters dreigden met hel en verdoemenis als je niet helemaal volgens de regels van de kerk leeft. 
  2. een heel slechte plaats

Gangbaarheid

  • Het woord verdoemenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.