verhoog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verhoog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·hoog
enkelvoud meervoud
naamwoord verhoog verhogen
verkleinwoord verhoogje verhoogjes

Zelfstandig naamwoord

hetverhoogo

  1. een verhoogde plaats, een podium
    • Zij was op het verhoog gaan staan om beter de mensen te kunnen toespreken. 

Werkwoord

vervoeging van
verhogen

verhoog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhogen
    • Ik verhoog. 
  2. gebiedende wijs van verhogen
    • Verhoog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhogen
    • Verhoog je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verhoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.