verkassen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verkassen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·kas·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verhuizen’ voor het eerst aangetroffen in 1708 [1]
  • afgeleid van kas met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verkassen
verkaste
verkast
zwak -t volledig

Werkwoord

verkassen

  1. ergatief (verplicht) verhuizen
    • Ik vind het vreselijk om te verkassen op mijn leeftijd. 
  2. overgankelijk verplaatsen
    • De gemeente heeft gisteren de oude boom honderd meter verkast. 
Afgeleide begrippen
  • verkassing

Gangbaarheid

  • Het woord verkassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.