verknoeien

Nederlands

Uitspraak

Geluid: verknoeien (hulp, bestand)

Woordafbreking

ver·knoei·en

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van knoeien met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verknoeien	verknoeide	verknoeid
zwak -d	volledig

Werkwoord

verknoeien

iets waardeloos maken, iets verprutsen, verpesten
- De vlek verknoeide de mooie trouwjurk en daarmee ook de hele bruiloft.
niet nuttig gebruiken
- Hij verknoeide zijn tijd, geld en moeite door maar te blijven werken aan de onmogelijke uitvinding.

Verwante begrippen

schaden, verpesten
bederven, beschadigen, beunhazen, havenen, knoeien, modderen, schenden, stukmaken, toetakelen, verhaspelen, verprutsen

Afgeleide begrippen

verknoeier, verknoeiing

Vertalingen

1.

Engels: botch ^(en), bungle ^(en), screw up ^(en), spoil ^(en)

Spaans: averiar ^(es), chafallar ^(es), chapucear ^(es), corromper ^(es), deteriorar ^(es), echar a perder ^(es), estropear ^(es)

Gangbaarheid

Het woord verknoeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verknoeien" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.^[1]

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.