spoil

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  spoil (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /spɔɪl/
enkelvoud meervoud
spoil spoils

Zelfstandig naamwoord

spoil

  1. buit
vervoeging
onbepaalde wijs to  spoil 
he/she/it  spoils 
verleden tijd  spoiled 
voltooid
deelwoord
 spoiled 
onvoltooid
deelwoord
 spoiling 
gebiedende wijs  spoil 

Werkwoord

spoil

  1. verwennen
  2. bederven
  3. verprutsen, vergallen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.