verlading

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verlading    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·la·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verlading verladingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deverladingv

  1. lading verplaatsen van het ene naar het andere vervoertuig
     Stankcode 2 betekent minder starten, stoppen en schoonmaken van installaties en het verminderen van de verlading van stinkende producten met ten minste 50 procent, aldus de DCMR. Het afgelopen jaar is de code 1 of 2 keer ingesteld.[2]
     Volgens Van Ravesteyn hindert zondagsrust de huidige 24 uurseconomie bij het Rotterdamse havenbedrijf. „De terminals staan hier zeven dagen per week open voor verlading”, zei hij vandaag desgevraagd naar aanleiding van berichtgeving door vakblad Schuttevaer.[3]
Synoniemen
  • verscheping

Gangbaarheid

  • Het woord verlading staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Industrie Rijnmond moet stank beperken” (16-02-2013), Tubantia
  3. Weblink bron
    Dick den Braber
    “Containerrederij pleit voor varen op zondag” (07-01-2016), Reformatorisch Dagblad
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.